Vaak zijn alle ogen gericht op de baby. Als die het maar goed heeft. Misschien kijkt er nog iemand naar de moeder. Zij heeft een zware klus geklaard. Maar vader moet niet zeuren, die hoefde alleen maar toe te kijken. En zo kan het helemaal fout gaan. De man in dit jonge gezin krijgt ineens een heel andere rol dan hij ooit heeft gehad. Terwijl de vrouw al negen maanden het kind in haar buik draagt en langzaam in de moederrol groeit, moet de man plotsklaps in zijn nieuwe rol springen. Hij voelt zich onzeker, zit met een kind dat hij nog niet kent en met een vrouw die hij niet meer herkent door alle hormonen die ineens opspelen. Bovendien is zijn lieve meisje nu een moeder en dat kan haar ook aardig veranderen in een soort leeuwin.
Kan een man zich hier misschien ook beter op voorbereiden? Jazeker! Als het kindje nog in de buik zit is het al in staat om contact te maken met handen die op die buik worden gelegd. Je kunt het kindje al leren kennen. Het ene kindje komt heel gemakkelijk naar een hand en zwemt van links naar rechts door die buik heen. Het andere kindje kijkt meer de kat uit de boom. Die vindt het fijn als jij naar hem of haar toekomt. Het gaat dan als een poesje lekker in je hand liggen. Sommige kinderen worden heel rustig van vaders hand anderen gaan juist ‘stoeien’. Belangrijk is dat je als ouders niets verwacht. Je gaat samen op ontdekkingstocht. Vader met zijn handen op de buik, moeder voelt van binnenuit mee wat de kleine doet. Zo, al spelend en ontdekkend, groei je samen al in het ouderschap. Als het kindje dan geboren is dan blijf je op diezelfde manier naar het kindje kijken. Zonder verwachting, kijken wat het nodig heeft. En zo mag je ook naar elkaar en naar jezelf kijken: zonder verwachting en oordeel; samen ontdekken hoe je er voor je kind kunt zijn en ook voelen wat je zelf nodig hebt.
Geef een antwoord